Verblijfsvergunning arbeid

De werkgever of opdrachtgever die een vreemdeling in Nederland werk wil laten verrichten moet over een tewerkstellingsvergunning (TWV) beschikken. Op deze hoofdregel zijn enkele uitzonderingen, bijvoorbeeld voor werkzaamheden door Unieburgers (EU-onderdanen), voor grensoverschrijdende dienstverrichting binnen de EU, concern-overplaatsing van buiten de EU, werk door kennismigranten en op grond van EU Blue Cards en voor bepaalde tijdelijke werkzaamheden. Voor de ondernemer die in Nederland als zelfstandige werkt én een verblijfsvergunning daarvoor heeft, is evenmin een TWV nodig.

Tewerkstellingsvergunning (TWV)

Een TWV wordt pas verleend indien de werkgever of opdrachtgever de functie van tevoren als vacature heeft aangemeld bij UWV en door werving eerst heeft geprobeerd iemand anders voor deze functie te vinden die wel al mag werken (het zgn. prioriteitgenietend aanbod). Een TWV wordt pas verleend als deze werkgever kan aantonen dat er voor de betreffende werkzaamheden niemand uit het prioriteitgenietend aanbod kan worden gevonden. Verder gelden nog enkele andere voorwaarden, waaronder de voorwaarde dat het loon voldoende hoog en marktconform is.

De werkgever moet bij de IND een gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (GVVA) aanvragen. Dit is een vergunning die recht geeft om in Nederland te verblijven en te werken. Deze GVVA-vergunning combineert de verblijfsvergunning en de TWV en bestaat uit een verblijfsdocument en een aanvullend document. In het aanvullend document staat bij welke werkgever gewerkt mag worden en onder welke voorwaarden.

Kennismigranten

Als de werkgever erkend referent is (zie hieronder) kan deze onder bepaalde voorwaarden buitenlandse kennismigranten in dienst nemen. De belangrijkste voorwaarde is dat het loon van de kennismigrant voldoende hoog is. Voor kennismigranten vanaf 30 jaar geldt in 2023 een looncriterium van (minimaal) € 5.008 bruto per maand, voor kennismigranten jonger dan 30 jaar geldt een looncriterium van € 3.672  en voor hoogopgeleiden en in Nederland afgestudeerden – binnen een zoekjaar/ direct binnen 3 jaar na afstuderen – is het salarisvereiste minimaal € 2.631. Dit loon is exclusief vakantiegeld, maar inclusief vaste vergoedingen en toeslagen en moet bovendien marktconform zijn. Het komt met enige regelmaat voor dat de IND en/of de Arbeidsinspectie constateert dat het loon niet elke maand voldoet aan het looncriterium, wat tot gevolg kan hebben dat er boetes worden opgelegd en dat de verblijfsvergunning wordt ingetrokken. Ook komt het voor dat de IND zich op het standpunt stelt dat het loon weliswaar voldoende hoog is, maar niet marktconform. In de praktijk van Scheers Advocatuur zijn deze besluiten vaak met succes bestreden en is alsnog een verblijfsvergunning als kennismigrant verleend.

EU Blue Card

De EU Blue Card is de Europese pendant van de Nederlandse kennismigrantenvergunning. Er zijn wel enkele verschillen. Zo is het met de Blue Card iets makkelijker om je binnen Europa te verplaatsen en hoeft de werkgever niet te zijn erkend als referent. Daar tegenover staat dat er een hogere salariseis van €5.867 geldt en een opleidingseis (minimaal driejarige bacheloropleiding), waarbij  het buitenlandse diploma moet worden gewaardeerd door Internationale diplomawaardering (IDW).

Erkend referentschap werkgever

De werkgever die een buitenlandse werknemer werk wil laten verrichten kan – en in sommige gevallen: moet – zich voor het aanvragen van een verblijfsvergunning voor die werknemer laten erkennen bij de IND. Als werkgever wordt je dan opgenomen in een register van erkend referenten. Bij een verblijfsvergunning als kennismigrant is dit verplicht en bij een GVVA-aanvraag kan dit vrijwillig. Aan deze erkenning, die verschillende voordelen waaronder snellere beslistermijnen kent, zijn wel extra kosten verbonden. Ook gelden onder meer de voorwaarden dat de werkgever als betrouwbaar wordt gezien, voldoet aan de geldende regelgeving en dat de continuïteit en solvabiliteit van de organisatie voldoende is gewaarborgd.

Zelfstandigen en start-ups

De buitenlandse zelfstandig ondernemer kan in Nederland voor zijn activiteiten een verblijfsvergunning krijgen, als deze activiteiten een wezenlijk belang voor de Nederlandse economie hebben. De IND vraagt hierover advies aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), die dit beoordeelt aan de hand van een puntensysteem. Hierbij worden punten gegeven voor de persoonlijke ervaring, het ondernemingsplan en de toegevoegde waarde voor Nederland.

Ook is er een verblijfsvergunning voor start-ups. Dit zijn startende ondernemers, die een jaar de tijd krijgen om in Nederland een innovatieve onderneming te starten. Een voorwaarde is dat ze hierbij begeleid worden door een betrouwbare Nederlandse begeleider (facilitator). Na dit jaar kunnen ze eventueel in aanmerking komen voor een gewone verblijfsvergunning als zelfstandige.

Voor Amerikaanse, Japanse en Turkse ondernemers gelden op basis van het Nederlands-Amerikaans Vriendschapsverdrag, het Japans Handelsverdrag en de Associatieovereenkomst tussen de EU en Turkije, soepelere regels: zij hoeven niet aan te tonen dat hun activiteiten een wezenlijk belang voor de Nederlandse economie hebben.

Op zoek naar een ervaren werkvergunning advocaat?

Scheers Advocatuur kan een werkgever informeren over de toepasselijke regels en kan een werkgever bijstaan bij aanvragen van het erkend referentschap en een verblijfsvergunning voor buitenlandse werknemers. Verder kan Scheers Advocatuur ook de buitenlandse ondernemer begeleiden bij het voorbereiden en indienen van een aanvraag als zelfstandige en/of start-up. Voor meer informatie hierover kunt u contact opnemen met Scheers Advocatuur.

Publicaties over recht verrichten arbeid door vreemdelingen

Hieronder enkele publicaties van Erik Scheers met betrekking tot het recht tot het verrichten van arbeid door vreemdelingen:

Beoordeling intracommunautaire tewerkstelling van nieuwe Unieburgers en derdelanders, noot bij arrest Hof van Justitie EU van 14 november 2018, C-18/17, Danieli, Jurisprudentie Vreemdelingenrecht 2019-3

Vrijheid van grensoverschrijdende dienstverrichting “in status quo ante” Journaal Vreemdelingenrecht 2018-1

 “Hoe ver reikt de voorrang van nieuwe Unieburgers…” Journaal Vreemdelingenrecht 2016-35

 “Wat hebben nieuwe EU-burgers en Japanners met elkaar gemeen?” A&MR nr 5 – 2016