Een belangrijke uitspraak voor studenten van wie de verblijfsvergunning voor studie wordt ingetrokken nadat de universiteit de student heeft afgemeld bij de IND op grond van onvoldoende studieresultaten. De standaard intrekking of niet-verlenging van deze verblijfsvergunning vanwege deze afmelding en het niet hebben van een referent, kan volgens deze uitspraak niet meer.
De rechter oordeelt dat de IND ook bij zo’n afmelding een belangenafweging moet maken en daarin moet betrekken dat de student zijn studie ondanks deze afmelding heeft voortgezet en daarna alsnog voldoende studieresultaten heeft behaald. De IND is dan verplicht te beoordelen of de intrekking van de verblijfsvergunning evenredig is.
De afmelding bij de IND en het niet meer hebben van een referent is dan onvoldoende voor de intrekking van de verblijfsvergunning. Dit is ook logisch, omdat in de EU Studierichtlijn, waarin de intrekkings (en verlenings)gronden van deze verblijfsvergunning zijn neergelegd, alleen is bepaald dat de verblijfsvergunning kan worden ingetrokken bij onvoldoende studieresultaten. In deze EU-richtlijn staat niets over verplichte referenten, aan- of afmeldingen bij de IND en intrekking als hier niet aan wordt voldaan. Als dus op een later moment, ten tijde van het besluit (op bezwaar) van de IND over de intrekking van de verblijfsvergunning, alsnog voldoende studieresultaten worden behaald, dan zal de IND deze resultaten mee moeten wegen.
Voor meer informatie over intrekkingen van verblijfsvergunningen en wat daartegen te doen kunt u contact opnemen met Scheers Advocatuur.