Vorige week werd een door Scheers Advocatuur ingediende klacht over niet-toegestane ongelijke behandeling van internationale (niet-EU) studenten behandeld door de verzoekschriftencommissie van het Europees Parlement.

In de EU-Richtlijn die hierover gaat (2016/801) is opgenomen dat de internationale student recht heeft op dezelfde behandeling als de nationale student. Dit recht op dezelfde behandeling ziet ook op onderwijs en beroepsopleiding. De Nederlandse eis dat de internationale student elk jaar over voldoende (minimaal 50%) studieresultaten moet beschikken en dat anders zijn verblijfsvergunning wordt ingetrokken – met als gevolg dat voortzetting van de studie problematisch wordt -, is namelijk niet in lijn met de aan de Nederlandse student gestelde eis dat alleen het eerste jaar moet worden aangetoond voldoende studieresultaten te hebben behaald (ihkv het bindend studieadvies -bsa). In ieder geval wordt de internationale student door deze belemmering in het kunnen voortzetten van de studie direct of indirect slechter behandeld. Voor de internationale student moet derhalve eenzelfde norm gaan gelden.

De Europese Commissie (EC), die op deze zitting benadrukte dat een intrekking van een verblijfsvergunning proportioneel en niet discriminatoir moet zijn, heeft aangegeven onderzoek in te stellen. Het Europees Parlement wacht de reactie van de EC af en houdt de behandeling van deze klacht open.