Vanaf 2016 heeft Inspectie SZW hoge boetes opgelegd aan verschillende bedrijven die betrokken waren bij de tewerkstelling van niet-Europees (EU) horecapersoneel op cruiseschepen. Het personeel in deze zaken was in dienst bij een onderneming in Cyprus en werd ingezet op een cruiseschip in Duitsland. Dit schip voer in en vanuit Duitsland – waarvoor Duitse vergunningen waren afgegeven – over de rivieren ook door een aantal andere Europese landen, waaronder Nederland. Volgens Inspectie SZW had de werkgever en ook de eigenaar van het cruiseschip op de dagen in Nederland voor dit personeel ook Nederlandse werkvergunningen nodig. Nu voor deze werkzaamheden – die van tevoren waren gemeld – geen Nederlandse werkvergunningen waren verleend, legde Inspectie SZW voor het werk door al het niet-Europese personeel boetes op.

De Raad van State heeft nu in navolging van het pleidooi van mr. Erik Scheers – de advocaat van deze bedrijven – geoordeeld dat het vereiste over een werkvergunning te beschikken in strijd is met het vrij verkeer van diensten van deze werkgever. Deze Europese werkgever heeft namelijk het recht om met het, zowel Europese als niet-Europese, personeel in andere Europese lidstaten werkzaamheden te verrichten. Dit personeel was legaal in dienst bij deze werkgever, verrichte slechts voor korte duur werkzaamheden in Nederland, beschikte voor het werk over Duitse vergunningen en had niet het oogmerk toe te treden tot de Nederlandse arbeidsmarkt. Het argument van Inspectie SZW dat dit personeel niet gerechtigd was in Cyprus – waar hun werkgever is gevestigd – te werken en te verblijven is dan niet relevant.

In navolging van deze zaken heeft Inspectie SZW ook in talloze andere vergelijkbare zaken boetes opgelegd, die nu ook zullen moeten worden teruggedraaid. Een overwinning voor de vrijheid van dienstverrichting!

Deze (geanonimiseerde) uitspraken zijn hier en hier te vinden.

Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Scheers Advocatuur.