In een uitspraak van 10 december 2019 oordeelt de Raad van State dat samenwoning geen zelfstandige eis is bij het verlenen van een verblijfsvergunning. Het niet melden van het feit dat partners nooit hebben samengewoond betekent niet dat de verblijfsvergunning om die reden kan worden ingetrokken.

In deze zaak van een cliënte van Erik Scheers had de IND de voor verblijf bij partner verleende verblijfsvergunning ingetrokken. De reden van deze intrekking was dat niet was gemeld dat zij en haar partner vanwege een detentie van deze partner niet hebben samengewoond. Waar de rechtbank van oordeel was dat de IND de verblijfsvergunning om deze reden kon intrekken, heeft de Raad van State deze uitspraak van de rechtbank en de intrekking van de verblijfsvergunning vernietigd. De Raad van State is het met Erik Scheers eens dat samenwonen geen zelfstandig vereiste is en intrekking van de verblijfsvergunning om deze reden in strijd is met de Europese Gezinsherenigingsrichtlijn. Dat zij eerder nooit hebben samengewoond betekent niet dat de IND om die reden de verblijfsvergunning niet zou hebben verleend. Hiermee is de intrekking ongedaan gemaakt en blijven de aan deze cliënte en haar dochter verleende verblijfsvergunningen geldig.